PSALM 94

Psalm 94


Informatie en bladmuziek over Psalm 94

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


Kom, maakt God met mij groot - Leen Schippers

Kom, maakt God met mij groot - Leen Schippers

Schippers, Leen

Kom, maakt God met mij groot van Leen SchippersInhoud:Psalm 87Psalm 4Psalm 130Psalm 119Psalm 94Psalm..

€ 11,95

Mijn God U zal ik eeuwig loven - Gerrit Jan van de Werfhorst

Mijn God U zal ik eeuwig loven - Gerrit Jan van de Werfhorst

Werfhorst, Gerrit Jan van de

Mijn God, U zal ik eeuwig loven van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud: Psalm 32Psalm 45Psalm 52Ps..

€ 10,95

Psalmen 4 - Chris Haalboom

Psalmen 4 - Chris Haalboom

Haalboom, Chr.

Psalmen 4 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 76-100..

€ 9,95

Psalmen voor orgel 3 - Jan Peter Teeuw

Psalmen voor orgel 3 - Jan Peter Teeuw

Teeuw, Jan Peter

Psalmen voor orgel 3 van Jan Peter TeeuwInhoud:Psalm 65Psalm 68Psalm 86Psalm 94Psalm 101..

€ 13,95

18 psalmbewerkingen 2 - Leen Schippers

18 psalmbewerkingen 2 - Leen Schippers

Schippers, Leen

18 psalmbewerkingen 2 van Leen SchippersInhoud:1. Hoe lief'lijk hoe vol heilgenot - Psalm 842. Juich..

€ 23,99

Korte Koraalvoorspelen III - Martien van der Zwan

Korte Koraalvoorspelen III - Martien van der Zwan

Korte Koraalvoorspelen III van Martien van der ZwanInhoud: Psalm 2, 7, 9, 17 (63,70), 19, 28 (109..

€ 10,95

Psalmen 076 – 100 - Gerrit Jan van de Werfhorst

Psalmen 076 – 100 - Gerrit Jan van de Werfhorst

Werfhorst, Gerrit Jan van de

Psalmen 76 – 100 van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 76-100 ..

€ 16,95

150 Psalmen deel 7 - Nico de Mes

150 Psalmen deel 7 - Nico de Mes

Mes, Nico de

150 Psalmen deel 7 van Nico de MesInhoud:Psalmen 91-105 ..

€ 14,45

Contrapuntische Psalmkoralen 07 - Wim van der Steen

Contrapuntische Psalmkoralen 07 - Wim van der Steen

Steen, Wim van der

Contrapuntische Psalmkoralen 07 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 91 t/m 105..

€ 11,95

Psalm 91-100 - Jan Slagt

Psalm 91-100 - Jan Slagt

Slagt, Jan

Psalm 91-100 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor o..

€ 21,99

Weergeven 1 t/m 10 van in totaal 10

Psalm 94

1 O God der wraken! o HEERE, God der wraken! verschijn blinkende.
2 Gij, Rechter der aarde! verhef U; breng vergelding weder over de hovaardigen.
3 Hoe lang zullen de goddelozen, o HEERE! hoe lang zullen de goddelozen van vreugde opspringen?
4 Uitgieten? hard spreken? alle werkers der ongerechtigheid zich beroemen?
5 O HEERE! zij verbrijzelen Uw volk, en zij verdrukken Uw erfdeel.
6 De weduwe en den vreemdeling doden zij, en zij vermoorden de wezen.
7 En zeggen: De HEERE ziet het niet, en de God van Jakob merkt het niet.
8 Aanmerkt, gij onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden?
9 Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?
10 Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, niet straffen, Hij, Die den mens wetenschap leert?
11 De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
12 Welgelukzalig is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet,
13 Om hem rust te geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze gegraven wordt.
14 Want de HEERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten.
15 Want het oordeel zal wederkeren tot de gerechtigheid; en alle oprechten van hart zullen hetzelve navolgen.
16 Wie zal voor mij staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid?
17 Ten ware dat de HEERE mij een Hulp geweest ware, mijn ziel had bijna in de stilte gewoond.
18 Als ik zeide: Mijn voet wankelt; Uw goedertierenheid, o HEERE! ondersteunde mij.
19 Als mijn gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt.
20 Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting?
21 Zij rotten zich samen tegen de ziel des rechtvaardigen, en zij verdoemen onschuldig bloed.
22 Doch de HEERE is mij geweest tot een Hoog Vertrek, en mijn God tot een Steenrots mijner toevlucht.
23 En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal hen verdelgen.

Psalm 94

Vers 1
Verschijn nu blinkend, God der wrake;
Dat eens Uw arm voor ons ontwake;
Vertoon Uw glansrijk aangezicht;
Gij, Rechter, die de wereld richt,
Sta op, verhef U, en vergeld
Hovaardigen hun trots geweld.

Vers 2
Hoe lang, HEER, zullen dan de bozen,
Hoe langen tijd de goddelozen
Nog hupp'len, vol van dart'le vreugd,
En laster braken op de deugd,
En spreken, als in zegepraal,
Baldadig d' allerhardste taal?

Vers 3
't Verbrijzeld volk, o HEER, moet bukken,
Daar zij Uw erfdeel wreed verdrukken;
De zwakke weêuw, van hulp ontbloot,
Wordt met den vreemdeling gedood;
Zelfs wordt d' onnooz'le wees vermoord;
Naar recht noch reden wordt gehoord.

Vers 4
Zij zeggen, stout op hun vermogen:
"De HEER slaat op ons doen geen ogen;
De God van Jacob merkt het niet."
Let, onvernuftigen, en ziet;
Blijft g' eeuwig van verstand beroofd,
Gij, dwazen, die het licht verdooft?

Vers 5
Zou dan de Schepper, die onz' oren
Geplant heeft, Zelf niet kunnen horen?
Zou Hij, die 't oog formeert, niet zien?
Zoudt Gij des Rechters wraak ontvliên,
Die volken straft, en wijsheid leert
Den mens, die wetenschap ontbeert?

Vers 6
Neen, dwaas, de HEER weet uw gedachten,
Dat z' ijdel Zijn bestuur verachten.
Welzalig is de man, o HEER,
Die door Uw tucht en hemelleer
Het nut der onderdrukking weet,
En voordeel trekt zelfs uit het leed.

Vers 7
Zo leert hij zich geduldig dragen;
Zo ziet hij 't eind der kwade dagen;
Zo wordt de roede zelfs gekust,
En d' onderwerping geeft hem rust,
Totdat de kuil gegraven wordt,
Waarin de zondaar nederstort.

Vers 8
De HEER zal, in dit moeilijk leven,
Zijn volk en erfdeel nooit begeven;
Het oordeel keert, vol majesteit,
Haast weder tot gerechtigheid;
Al wie oprecht is van gemoed,
Die merkt het op, en keurt het goed.

Vers 9
Wie helpt mij tegen al die bozen?
Wie wederstaat die goddelozen?
Zo mij de HEER, mijn schild en loon,
Geen sterken bijstand had geboôn,
Dan waar' mijn leven haast verkort,
En ik bijna in 't graf gestort.

Vers 10
Wanneer ik zei: "Mijn voeten glijden",
Toen hebt Gij mij gesterkt in 't lijden;
Wanneer mij 't afgepeinsde hart,
Door al mijn denken werd verward,
En ik in druk schier was gestikt,
Toen heeft Uw troost mijn ziel verkwikt.

Vers 11
Zou ooit de stoel der schand'lijkheden
Bij Uwen troon een plaats bekleden,
Die moeit' en wetten boos verdicht?
Zij rotten saâm, en wars, van 't licht,
Verdrukken zij het vroom gemoed,
Ja, doemen zelfs 't onschuldig bloed.

Vers 12
De HEER, mijn Bondgod, was vóór dezen
Mijn hoog vertrek in al mijn vrezen,
Mijn steenrots en mijn toeverlaat;
Hij straft de bozen, wreekt hun kwaad,
En loont hun boosheid met den val;
't Is God, die hen verdelgen zal.

Psalm 94

vers 1
O God, Gij, Die een God zijt der wraken,
En hard straft al onrechte zaken,
Verschijn, toon U in 't openbaar.
Maak U op, Gij, Die richt 't aardrijk
Betaal den stouten al gelijk,
Naar verdienst' haars hoogmoeds zeer zwaar.

vers 2
Hoe lang zullen de boze t' zamen
Hen des kwaads roemen zonder schamen
En hen verblijden met hoogmoed?
Hoe lang zullen zij roemen koen,
Die niet anders dan boosheid doen,
En stoutelijk poffen onvroet?

vers 3
Zij slaan, o Heer, Uw volk aan stukken,
Uw erfdeel zij gans'lijk verdrukken,
Dan roven zij dat ganse land.
Weduwen en den vreemden man
Doden zij, en gaan vrij daarvan,
Ja spreken nog zonder verstand:
 
vers 4
God en weet niet van onze werken,
God Jakobs kan noch zien noch merken
Ons doen, 't welk is beschikt zo fijn.
Merkt toch, mensen onwijs en zot,
Wilt gij blijven zo dwaas en bot,
En altijd zo uitzinnig zijn?
 
vers 5
God, Die u heeft gemaakt de oren
En d' ogen, zoude Hij niet horen
Of zien? Zou Hij niet merken aan?
Hij, die de volkeren kastijdt,
En geeft verstand tot Zijnen tijd,
Zou Hij u niet straffen en slaan?

vers 6
Doch de Heer weet 's mensen gedachten,
En dat zij met al hare krachten
IJdel zijn en ganselijk niet.
Wel hem dien Gij onderwijst, Heer,
En die ook in Uwes woords leer
Daag'lijks toeneemt met allen vliet.

vers 7
Opdat hij hem niet en durft schromen,
Als de tijd zal wezen gekomen,
Die vol van angst wordt en weemoed.
Dewijl dat men den put uitgraaft
Voor hem, die steeds tot boosheid draaft,
't Welk 't eind is van zijnen voorspoed.

vers 8
De Heer en zal niet gans verderven,
Noch verlaten 't volk Zijner erven,
Dat op Hem vast betrouwen zal.
Maar Hij zal Zijn gerechtigheid
Tonen; dan zullen met bescheid
De vromen Hem toevallen al.

vers 9
Waar is hij, die mij is bijstandig,
Tegen de boosdaders vijandig,
En tegen deez' godd'lozen hier?
Had mij de Heer niet bijgestaan,
Ik waar lange t' onder gegaan,
Ja, mijn ziel waar in 't graf nu schier.

vers 10
Ik dacht, dat mijn voet ongestadig
Schier viel, maar Uw goedheid genadig
Onderhield mij altijd, o Heer!
Mijn hart was vol droefheid en nood,
Maar Uw schoon vertroostinge groot
Heeft daarna mijn ziel verheugd zeer.

vers 11
Wat hebt Gij gemeens met hen allen,
Die Uw volk zwaarlijk overvallen
Onder den schijn des rechts zeer goed?
Naar 't leven des vromen zij staan,
En storten hier en daar voortaan
Zeer wredelijk onschuldig bloed.

vers 12
Maar God is mijn beschutting machtig,
Mijn toeverlaat en troost zeer krachtig;
Haar kwaad hun werd vergolden haast;
Hij zal ze uitroeien gemein,
Om hare misdaden niet klein;
God maakt ze teniet en verbaasd.
 

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!

Geachte bezoeker: wij zijn op de Dag des Heeren gesloten en niet voor commentaar bereikbaar.

Wij hopen D.V. maandag vanaf 9:00. Uur weer van dienst te zijn.