PSALM 41
Psalm 41
Informatie en bladmuziek over Psalm 41
Voor de kerkdienst 09 | Lenard Verkamman
Verkamman, LenardVoor de kerkdienst 9 van Lenard VerkammanBladmuziek over:1. Psalm 91 : 22. Psalm 41 : 23. Psalm 121 ..
€ 8,95
Ken Hem in al uw wegen - Theodorus van der Groe
Groe, Theodorus van derKen Hem in al uw wegen van Theodorus van der GroeEen bundeling van vijf preken. Schriftuurlijk en be..
€ 10,90
Orgelwerken - Gerrit Wielenga
Statie, Erik (1866-1925), Wielenga, GerritOrgelwerken van Gerrit Wielenga Psalmbewerkingen geïnspireerd door Pianowerken van Erik SatiePsalm ..
€ 10,00
Psalmen 2 - Chris Haalboom
Haalboom, Chr.Psalmen 2 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 26-50..
€ 8,95
Psalmen 026-050 - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van dePsalmen 26-50 van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 26-50 ..
€ 16,95
150 psalmen deel 3 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 psalmen deel 3 van Nico de MesInhoud:Psalmen 31-45 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 03 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 03 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 31 t/m 45..
€ 11,95
Psalmen in voorspelen en zettingen 4 - Jan van Westenbrugge
Westenbrugge, Jan vanPsalmen in voorspelen en zettingen 4 van Jan van WestenbruggeInhoud: Psalm 29Psalm 34Psa..
€ 15,95
Psalm 41-50 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 41-50 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor org..
€ 21,99
Psalmbewerkingen voor orgel 5 - Margaretha Christina de Jong
Jong, Margaretha Christina dePsalmbewerkingen voor orgel 5 van Margaretha Christina de Jong Inhoud: Psalm 41-50Opus 96..
€ 15,00
18 Psalmbewerkingen 7 - Leen Schippers
Schippers, Leen18 Psalmbewerkingen 7 van Leen SchippersInhoud:1. Gods vriend'lijk aangezicht (ps. 97)2. Zo Gij in '..
€ 20,99
Psalm 141:1 - Pieter Heykoop
Heykoop, PieterPsalm 141:1 van Pieter HeykoopInhoud:Largo:Psalm 141 : 1 'k Roep heer in angst tot u gevloden..
€ 6,00
Psalm 41
1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige; de HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads.
2 De HEERE zal hem bewaren, en zal hem bij het leven behouden; hij zal op aarde gelukzalig gemaakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden begeerte.
3 De HEERE zal hem ondersteunen op het ziekbed; in zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger.
4 Ik zeide: O HEERE! wees mij genadig; genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.
5 Mijn vijanden spreken kwaad van mij, [zeggende]: Wanneer zal hij sterven, en zijn naam vergaan?
6 En zo [iemand] [van] [hen] komt, om [mij] te zien, hij spreekt valsheid; zijn hart vergadert zich onrecht; gaat hij uit naar buiten, hij spreekt er van.
7 Al mijn haters mompelen te zamen tegen mij; ze bedenken tegen mij, hetgeen mij kwaad is, [zeggende]:
8 Een Belialsstuk kleeft hem aan; en hij, die nederligt, zal niet weder opstaan.
9 Zelfs de man mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grotelijks verheven.
10 Maar Gij, o HEERE! wees mij genadig, en richt mij op; en ik zal het hun vergelden.
11 Hierbij weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, dat mijn vijand over mij niet zal juichen.
12 Want mij aangaande, Gij onderhoudt mij in mijn oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht in eeuwigheid.
13 Geloofd zij de HEERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid! Amen, ja, amen.
Psalm 41
Vers 1
Welzalig hij, die zich verstandig draagt
Bij een ellendig mens;
De HEER zal hem, wanneer hij treurt en klaagt,
Bevrijden naar zijn wens;
Behoeden, en doen leven, hier op aard',
In vreê en zaligheid;
Nooit van zijn God verlaten, maar bewaard
Voor 's vijands boos beleid.
Vers 2
De HEER zal hem, op 't ziekbed neergestort,
Versterken door Zijn kracht;
Gij maakt, dat zelfs zijn ganse leger word'
Veranderd door Uw macht.
Ik heb tot God geroepen om genâ;
'k Zei in mijn angst en leed:
"Genees mij, HEER, die bij U schuldig sta,
En tegen U misdeed."
Vers 3
In plaats van troost, vervolgt mij 's vijands blaam;
Zij zeggen tot elkaar:
"Waar blijft zijn dood, wanneer vergaat zijn naam?"
Komt iemand van die schaar,
Om mij te zien, dan spreekt hij vals en smeedt
Mij kwaad, zoveel hij kan;
Als hij terug van mij naar buiten treedt,
Spreekt hij er and'ren van.
Vers 4
Zij momp'len saâm, vervuld met bitt'ren haat;
Van raadslaan nimmer moê,
Bedenken zij een goddeloos verraad;
Men zegt: "Gods geselroê
Treft hem gewis; een schenddaad kleeft hem aan;
Hij ligt voor eeuwig neer;
Nu zult gij hem niet weder op zien staan,
Hersteld gelijk weleer."
Vers 5
Zelfs hij, op wien ik voormaals heb vertrouwd,
Mijn vreê- en disgenoot,
Verhief zijn hiel, en sloeg mij fier en stout,
Terwijl hij at mijn brood.
Maar Gij, o HEER, schiet tot mijn hulpe toe;
Bewijs genâ, en red,
En richt mij op; dat ik vergelding doe,
En d' ontrouw palen zett'.
Vers 6
Ik ken Uw gunst, ik ken Uw trouw hieraan,
Dat zich mijn vijand niet
Beroemen zal, noch ik te gronde gaan;
Wijl Gij mij bijstand biedt,
Mij onderhoudt in mijn oprechtigheid,
En, voor Uw aangezicht,
Met teed're zorg en trouwe hulp geleidt
Naar't eeuwig zalig licht.
Vers 7
Looft Isrels God; roept, door all' eeuwigheên,
Des HEEREN grootheid uit;
Dat elk met mij zijn lofzang en gebeên,
Met Amen, Amen sluit'.
Psalm 41
Vers 1
Wel hem, die recht oordeelt van dat kruis groot
Des armen in den nood;
God zal die lieflijk vertroosten voorwaar
In al zijn lijden zwaar
En hem laten zijn wel fraai en gezond,
Ja bloeien t' allen stond;
Hij zal hem naar den wil der bozen niet
Verlaten in 't verdriet.
Vers 2
Als 't schijnt, dat hij op 't bed in 't kruis verstikt,
Van God werd hij verkwikt.
Hij zal verkeren alle zijn krankheid
In een gezondigheid.
In mijn lijden sprak ik, Heer, tot U vrij,
Ontferm U over mij,
Genees mijn ziel, o God, ik heb misdaan
En mij groot'lijks ontgaan.
Vers 3
Mijn vijanden wensen mij plagen boos
In haar harten zeer loos.
Zij spreken: Zal hij sterven nimmermeer,
Ja vergaan met oneer?
Mij troostende maakten zij groot gerel,
En verbergden zeer wel
Haar listen, maar gaande van mij met pracht,
Zij hebben mij veracht.
Vers 4
Die mij haten, houden over mij raad
En morren t' zaam zeer kwaad;
Een ieder woude dat ik waar' versmacht
En gans tot niet gebracht.
Zij spreken: Hij leidt in zulk enen staat
Om zijn grote misdaad;
Hij is zo mat, dat hij niet kan opstaan,
Noch dit lijden ontgaan.
Vers 5
Ja zelfs mijn naaste vriend, dien ik ook weet,
Die wist al mijn secreet,
Mijn vriend, die met mij at mijn brood zeer goed,
Heft tegen mij den voet,
Maar heb toch meed'lijden met mij, o Heer!
Die nu benauwd ben zeer;
Help mij, zo wordt hun vergolden zeer koen
't Kwaad, dat ze mij aandoen.
Vers 6
Maar ik merkte door dit lijden niet klein,
Tot mij Uw liefde rein.
Want mijn vijanden hebben gans'lijk niet
Om spotten, zo men ziet.
Gij onderhoudt mij door Uw goedigheid,
In mijne vromigheid;
En zult mij ook in toekomende tijd
Eeuwig maken verblijd.
Vers 7
Geprezen zij de God van Israël
Met eeuwig lof en spel.
In eeuwigheid worde gezongen, Heer,
Uwen prijs en Uw eer.