PSALM 53
Psalm 53
Informatie en bladmuziek over Psalm 53
Largo - Jan Peter Teeuw
Teeuw, Jan PeterLargo van Jan Peter Teeuw Inhoud: Psalm 6, 9, 17, 19, 24, 25, 37, 38, 40, 47, 53, 62, 65, 72, 79,..
€ 10,95
Psalmen 3 - Chris Haalboom
Haalboom, Chr.Psalmen 3 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 51-75..
€ 8,95
Psalmvoorspelen - Jan Peter Teeuw
Teeuw, Jan PeterPsalmvoorspelen van Jan Peter Teeuw Inhoud: Psalm 6, 9, 17, 19, 24, 25, 37, 38, 40, 47, 53, 62, 6..
€ 11,95
Psalmen 051-075 - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van dePsalmen 51- 75 van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 51 – 75 ..
€ 16,95
150 psalmen deel 4 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 psalmen deel 4 van Nico de MesInhoud:Psalmen 46-60 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 04 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 04 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 46 t/m 60..
€ 11,95
Psalmen in voorspelen en zettingen 4 - Jan van Westenbrugge
Westenbrugge, Jan vanPsalmen in voorspelen en zettingen 4 van Jan van WestenbruggeInhoud: Psalm 29Psalm 34Psa..
€ 15,95
Korte Koraalvoorspelen V - Martien van der Zwan
Zwan, Martin van derKorte Koraalvoorspelen V van Martien van der ZwanInhoud: Psalm 11, 14 (53), 18 (144), 26, 37, 50,..
€ 11,95
Psalm 51-60 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 51-60 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor org..
€ 21,99
Psalmbewerkingen voor orgel 6 - Margaretha Christina de Jong
Jong, Margaretha Christina dePsalmbewerkingen voor orgel 6 van Margaretha Christina de Jong Inhoud: Psalm 51-60Opus 96..
€ 15,00
Psalm 53
1 Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op Machalath. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet.
2 God heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.
3 Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een.
4 Hebben dan de werkers der ongerechtigheid geen kennis, die Mijn volk opeten, [alsof] zij brood aten? Zij roepen God niet aan.
5 Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, [waar] geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebt hen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen.
6 Och, dat Israels verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, [dan] zal zich Jakob verheugen, Israel zal verblijd zijn.
Psalm 53
Vers 1
De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed:
"Daar is geen God." Zij doven 't licht der rede,
En maken zich, door gruwelijke zeden,
Afschuwelijk; daar is geen mens, die goed
Op aarde doet.
Vers 2
God, die het recht met kracht verdedigt, sloeg
Van 's hemels troon Zijn ogen naar beneden
Op Adams kroost, doorzocht hun hart en zeden;
Hij zag, of zich geen mens verstandig droeg,
En naar Hem vroeg.
Vers 3
Hij zocht alom, maar ach; Hij vond er geen;
Want alle vlees is trouw'loos afgeweken;
Het land is vol van stinkende gebreken;
Geen sterveling wil 't pad der deugd betreên,
Ja, zelfs niet één.
Vers 4
Heeft dan dit volk, dat groeit in euveldaân,
Geen kennis? Neen, thans durven die ontzinden
Met gulzigheid Mijn volk als brood verslinden;
Zij roepen op hun godvergeten paân,
Zelfs God niet aan.
Vers 5
Op 't onverwachts zijn zij in angst gebracht,
Want God heeft uw belegeraars doen vluchten.
Hun beend'ren zelfs verstrooid; die u deên zuchten,
Hebt gij beschaamd; want God verwerpt, veracht
Dit boos geslacht.
Vers 6
Och daalde 't heil uit Sion spoedig neer
Voor Israël! Als God Zijn volk uit lijden
En banden redt, zal Jacob zich verblijden,
En Israël, al juichend, geven d' eer
Aan zijnen HEER.
Psalm 53
Vers 1
De dwaas die spreekt in zijn harte zeer kwaad:
Daar is geen God; en hij verwoest mits dezen
Zijn leven gans door zijn gruwelijk wezen;
Daar is niet één, die met woord ofte daad
Wat goeds begaat.
Vers 2
God des hemels de wereld overziet,
Ende bemerkt de mensen hier te lande;
Of daar g‚‚n is, die met goeden verstande,
Om Gods goedheid te zoeken hem bevliet;
't Welk niet geschiedt.
Vers 3
Alles gemerkt, Hij vindt dat z' in 't gemeen
Al afwijken en gaan op boze wegen;
Grouw'lijk zijn zij, ja tot kwaad gans genegen;
Die wat goeds werkt en is onder hen geen,
Ja niet tot ‚‚n.
Vers 4
Zijn dan de bozen zo dwaas al te zaam,
Dat ze niet dan kwaad doen zonder afkeren!
Die mijn arm volk als dat brood gans verteren,
En altijd om t' aanroepen 's Heeren Naam
Zijn onbekwaam.
Vers 5
Zonder reden zijn ze bevreesd gaar zeer.
Want God die breekt aller vijanden benen,
Dewijl dat Hij die al veracht met enen;
Gij zult hen nog aandoen o Sion teer!
Schand' en oneer.
Vers 6
Och dat de hulp over Israël, Heer!
Kwam uit Sion, en dat God uit 't verlangen
Wilde verlossen Zijn arm volk gevangen!
Israël en Jakob zouden in eer
Verblijd zijn zeer