PSALM 42
Psalm 42
Informatie en bladmuziek over Psalm 42
Voor de kerkdienst 07 | Lenard Verkamman
Verkamman, LenardVoor de kerkdienst 7 | Lenard VerkammanBladmuziek voor:1. Psalm 133 : 1 en 32. Psalm 63 : 13. Psalm ..
€ 8,95
Orgelbewerkingen van Psalmen 3 - Folgert Zwaving
Zwaving, FolgertOrgelbewerkingen van Psalmen 3 van Folgert ZwavingInhoud: Psalm 9Psalm 24Psalm 25Psalm 33/67Psalm 4..
€ 20,99
Orgelcahier 2 - Nico de Mes
Mes, Nico deOrgelcahier 2 - Nico de MesInhoud:Psalm 8Op bergen en in dalen en overal is GodO Herder Israëls, nee..
€ 14,45
Zingt een Psalm 2
Bout, Bram, Dorresteijn, Teus, ...Zingt een Psalm 2 8 Psalmbewerkingen voor orgel, met: Teus Dorresteijn - Psalm 39Gert van Hoef ..
€ 17,50
10 voorspelen en koralen bij de Psalmen - C.J. Bergwerff Lzn
Bergwerff Lzn, C.J.10 voorspelen en koralen bij de Psalmen van C.J. Bergwerff LznInhoud:Psalm 24Psalm 27Psalm 29Psalm 4..
€ 11,45
18 Koraalvoorspelen - Dick Sanderman
Sanderman, Dick18 Koraalvoorspelen van Dick SandermanInhoud:Psalm 6, 25, 32, 42, 72, 84, 89, 116, 118 en 119."De da..
€ 9,95
6 orgeltrio's - Herman Nieland
Nieland, Herman6 orgeltrio's van Herman NielandInhoud:U bid ik aan o macht der liefdeGa niet alleen door 't levenPs..
€ 7,95
Collectie 1 - Dick Sanderman
Sanderman, DickCollectie 1 van Dick SandermanInhoud:Psalm 25Psalm 26Psalm 31Psalm 42Psalm 62Psalm 72Omvang: 31 pagi..
€ 13,45
Drie Psalmen voor orgel - Jurjan Lipke
Lipke, JurjanDrie Psalmen voor orgel van Jurjan LipkeInhoud:Psalm 42 : 1Bicinium psalm 65 : 1Voorspel Psalm 118 ..
€ 10,95
Drie spelen voor orgel - Jan Bonefaas
Bonefaas, JanDrie spelen voor orgel van Jan BonefaasInhoud:1. Sinfonia: Een vaste Burcht is onze God2. Canonisch ..
€ 8,95
Een lichtend spoor - Hildebrand Otto
Otto, HildebrandEen lichtend spoor van Hildebrand OttoKoraalbewerkingen voor orgel Inhoud:AdventPsalm 24Gezang..
€ 11,95
Een lied in de nacht - Margriet van den Berg
Berg, Margriet van denEen lied in de nacht van Margriet van den BergInhoud: Psalm 4Psalm 42Psalm 78Jezus, mijn Heiland..
€ 10,95
Psalm 42
1 Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
2 Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen?
3 Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
4 Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, [en] met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, [onder] de feesthoudende menigte.
5 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aangezichts.
6 O mijn God! mijn ziel buigt zich neder in mij, daarom gedenk ik Uwer uit het land van de Jordaan, en Hermon, uit het klein gebergte.
7 De afgrond roept tot den afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan.
8 [Maar] de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn; het gebed tot den God mijns levens.
9 Ik zal zeggen tot God: Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
10 Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
11 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God.
Psalm 42
Vers 1
't Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar 't genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw naam verhogen?
Vers 2
'k Heb mijn tranen, onder 't klagen,
Tot mijn spijze, dag en nacht;
Daar mij spotters durven vragen:
"Waar is God, dien gij verwacht?"
Mijn benauwde ziel versmelt,
Als zij zich voor ogen stelt,
Hoe ik onder stem en snaren,
Feest hield met Gods blijde scharen.
Vers 3
O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
Waartoe zijt g' in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in 's Hoogsten lof uw lust;
Want Gods goedheid zal uw druk
Eens verwiss'len in geluk.
Hoop op God, sla 't oog naar boven;
Want ik zal Zijn naam nog loven.
Vers 4
'k Denk aan U, o God, in 't klagen,
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe 'k Hermon wagen;
'k Roep van 't klein gebergt' U aan.
'k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar 't gedruis der waat'ren groeit,
Daar Uw golven, daar Uw baren
Mijn benauwde ziel vervaren.
Vers 5
Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt;
'k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
Tot den God mijns levens heffen.
Vers 6
'k Zal tot God, mijn steenrots, spreken:
"Waarom, HEER, vergeet Gij mij?
'k Ga in 't zwart, door rouw bezweken,
Om mijns vijands dwing'landij,
Die mij hoont, mij 't hart doorboort,
Dat gestaâg deez' last'ring hoort:
Waar is God, op Wien gij bouwdet,
En aan Wien g' uw zaak vertrouwdet?"
Vers 7
O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
Waartoe zijt g' in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in 's Hoogsten lof uw lust;
Menigwerf heeft Hij uw druk
Doen verand'ren in geluk;
Hoop op Hem, sla 't oog naar boven;
Ik zal God, mijn God, nog loven.
Psalm 42
Vers 1
Als een hert gejaagd, o Heere,
Dat verse water begeert,
Alzo dorst mijn ziel ook zere
Naar U, mijn God hooggeëerd,
En spreekt bij haar met geklag:
O Heer, wanneer komt die dag,
Dat ik toch bij U zal wezen,
En zien Uw aanschijn geprezen?
Vers 2
Mijn tranen ende mijn klachten
Zijn mijn spijs, die mij steeds voedt;
Als men mij vraagt met verachten,
Waar is nu Uw God zo goed?
Ik smelt als ik denk daaraan,
Hoe ik voormaals placht te gaan
Met een hoop volks hier te lande,
Om U, Heer, te doen off'rande.
Vers 3
Waarom wilt gij u zo kwellen
En beroerd zijn, o ziel mijn?
Wil gans uw hoop op God stellen,
Van u zal Hij gedankt zijn,
Als Hij door Zijn aanschijn klaar,
Zal wegnemen uw kruis zwaar.
Dies, o God, van mij niet wijket,
Want mijn hart mij gans bezwijket.
Vers 4
In ben uwes zeer gedachtig,
Ook aan des Jordanen kant,
En Uwer goedheid zeer krachtig
In Hermon, dat koude land,
En aan Misar den berg bloot,
Daar d' een diepte d' ander groot
Toeschreit, en daar de tempeesten
Over mij gaan minst en meesten.
Vers 5
Al de grote waterstromen
Zijn Heer, over mij gegaan,
En mij over 't hoofd gekomen;
Maar Gij hebt mij bijgestaaan.
's Daags toont Gij mij Uw goedheid
En 's nachts Uw barmhartigheid;
Dies zal ik U Heer belijden;
Gij hoedt mijn ziel t' allen tijden.
Vers 6
Ik sprak tot God: o God krachtig,
Waarom vergeet Gij mij gaar?
Waarom moet ik wezen klachtig
Benauwd door de booz' eenpaar?
Ik gevoel haar smaden kwaad,
't Welk mij door de benen gaat,
Als zij tot Uwe onere
Spreken: Waar blijft nu de Heere?
Vers 7
Waarom wilt gij u zo kwellen
En beroerd zijn, o ziel mijn?
Wil gans uw hoop op God stellen,
Van u zal Hij gedankt zijn.
Omdat Hij is, zo men ziet,
Mijn heil die mij gunste biedt.
Dies mijn ziel, wil u verblijden,
God is 't Dien ik bid in 't lijden.