PSALM 83

Psalm 83


Informatie en bladmuziek over Psalm 83

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


Koraalbewerkingen 1 - Marc de Leeuw

Koraalbewerkingen 1 - Marc de Leeuw

Leeuw, Marc de

Koraalbewerkingen 1 van Marc de Leeuw Inhoud:Psalm 4Psalm 83Psalm 114Psalm 116Psalm 118Idioom: Ro..

€ 11,95

Orgelwerken - Gerrit Wielenga

Orgelwerken - Gerrit Wielenga

Statie, Erik (1866-1925), Wielenga, Gerrit

Orgelwerken van Gerrit Wielenga Psalmbewerkingen geïnspireerd door Pianowerken van Erik SatiePsalm ..

€ 10,00

Psalmen 3 - Dick Sanderman

Psalmen 3 - Dick Sanderman

Sanderman, Dick

Psalmen 3 van Dick Sanderman 13 psalmenInhoud:Psalm 3Psalm 13Psalm 23Psalm 33Psalm 43Psalm 73Psalm ..

€ 11,95

Psalmen 4 - Chris Haalboom

Psalmen 4 - Chris Haalboom

Haalboom, Chr.

Psalmen 4 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 76-100..

€ 9,95

Beknopte voorspelen over alle Psalmmelodieën 3 - Willem van Twillert

Beknopte voorspelen over alle Psalmmelodieën 3 - Willem van Twillert

Twillert, Willem van

Beknopte voorspelen over alle Psalmmelodieën 3 van Willem van TwillertPsalm 61-90..

€ 10,90

Psalmen 076 – 100 - Gerrit Jan van de Werfhorst

Psalmen 076 – 100 - Gerrit Jan van de Werfhorst

Werfhorst, Gerrit Jan van de

Psalmen 76 – 100 van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 76-100 ..

€ 16,95

150 Psalmen deel 6 - Nico de Mes

150 Psalmen deel 6 - Nico de Mes

Mes, Nico de

150 Psalmen deel 6 van Nico de MesInhoud:Psalmen 76-90 ..

€ 14,45

Contrapuntische Psalmkoralen 06 - Wim van der Steen

Contrapuntische Psalmkoralen 06 - Wim van der Steen

Steen, Wim van der

Contrapuntische Psalmkoralen 06 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 76 t/m 90..

€ 11,95

Psalm 81-90 - Jan Slagt

Psalm 81-90 - Jan Slagt

Slagt, Jan

Psalm 81-90 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor org..

€ 21,99

Weergeven 1 t/m 9 van in totaal 9

Psalm 83

1 Een lied, een psalm van Asaf. O God! zwijg niet, houd U niet als doof, en zijt niet stil, o God!
2 Want zie, Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd op.
3 Zij maken listiglijk een heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen Uw verborgenen.
4 Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien, dat zij geen volk meer zijn; dat aan den naam Israels niet meer gedacht worde.
5 Want zij hebben in het hart te zamen geraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt;
6 De tenten van Edom en der Ismaelieten, Moab en de Hagarenen;
7 Gebal, en Ammon, en Amalek, Palestina met de inwoners van Tyrus.
8 Ook heeft zich Assur bij hen gevoegd; zij zijn den kinderen van Lot tot een arm geweest. Sela.
9 Doe hun als Midian, als Sisera, als Jabin aan de beek Kison;
10 [Die] verdelgd zijn te Endor; zij zijn geworden tot drek der aarde.
11 Maak hen [en] hun prinsen als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten als Zebah en als Zalmuna;
12 Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.
13 Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den wind.
14 Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt;
15 Vervolg hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind.
16 Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken.
17 Laat hen beschaamd en verschrikt wezen tot in eeuwigheid, en laat hen schaamrood worden, en omkomen;
18 Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde.

Psalm 83

Vers 1
Zwijg niet, o God, houd U niet doof;
Wij worden, zo Gij zwijgt, ten roof;
Wees toch niet stil, ai, wil ontwaken;
Want zie, o God, Uw haters maken
Een krijgsgetier, om zich te wreken;
Zij durven stout den kop opsteken.

Vers 2
Hun aanslag is verwoed en boos;
Zij zoeken, heimelijk en loos,
Uw volk, dat zij zo bits verachten,
Te dempen met vereende krachten;
Dat Gij, met zoveel gunst en zorgen,
Houdt, als een schat, bij U verborgen.

Vers 3
Zij zeiden stout, en heet op buit:
"Komt aan, men roei' gans Isrel uit;
Opdat dit volk, gelijk voor dezen,
Voortaan geen volk meer moge wezen;
Dat niemand Isrels naam doe horen,
Dat zijn gedacht'nis ga verloren."

Vers 4
Want samen zijn zij 't eens geraakt;
't Verbond is tegen U gemaakt;
Daar zien wij Edoms tenten naad'ren;
Ginds Ismaël zich saâm vergaad'ren;
De Moabieten, Hagarenen
En Gebal zich in 't veld verenen.

Vers 5
Met hen trekt Ammon éne lijn,
En Amalek, en Palestijn,
En die in 't rijke Tyrus wonen;
Ook liet zich Assur bij hen tronen,
Een machtig rijk, waarop zij leunen,
En Lots ontaarde kinders steunen.

Vers 6
Dat hen, o God, Uw gramschap sla,
Als Midian, als Sisera,
Als Jabin, die bij Kisons stromen
En t' Endor gans zijn omgekomen;
Wanneer Uw ijver niemand spaarde,
Maar hen vertrad als slijk der aarde.
 
Vers 7
Sla hen en hunne prinsen, HEER,
Als Oreb en als Zeëb neer;
Doe al hun vorsten, hoe verheven,
Als Zebah en Zalmuna sneven;
Die met geweld Gods land en daken
Zich wilden ter bezitting maken.

Vers 8
Maak, dat dit volk geen rustplaats vind';
Verstrooi hen door een wervelwind,
Als stoppels, door een storm gedreven,
Als wouden, 't vuur ten prooi gegeven,
Als bergen, in wier ingewanden
Ontstoken pik en zwavel branden.

Vers 9
Vervolg ze dus van oord tot oord,
En drijf ze met Uw onweer voort;
Verschrik hen met Uw dwarrelwinden,
Zodat zij rust noch schuilplaats vinden;
Doe hen, o HEER, vol schande vlieden,
Opdat z' Uw naam eens hulde bieden.

Vers 10
Beschaam, verschrik hen eeuwiglijk;
Dat ieder schaamrood rugwaarts wijk'.
Verniel hun heiren; doe hen weten,
Dat Gij alleen de HEER moogt heten;
Die grote naam van 't hoogste Wezen.
Doe 't wereldrond eerbiedig vrezen.

Psalm 83

vers 1
Wil toch niet langer zwijgen, Heer,
Wil zo stille niet wezen meer,
Houd U niet zo gans zonder spreken;
Want zaam woeden al Uw vijanden, 
Razende maken zij te schande,
En 't hoofd stoutelijk zij opsteken.
 
vers 2
Zij raadslagen met listen kwaad,
Tegen 't volk, Heer, dat op U staat;
Over dien bruiken zij haar krachten,
Die vrijmoediglijk zonder zorgen
Onder U willen zijn verborgen;
Veel loze vonden zij betrachten.
 
vers 3
Zij spreken: Laat nu zijn voortaan
Dit volk omgebracht en verdaan,
Dat het geen volk meer zij zo krachtig;
Dat niet genaamd zij in eerwaarde
De naam Israëls op de aarde;
Dat men dies niet meer zij gedachtig.
 
vers 4
Tegen U maken zij een bond,
En binden hen t' zaam nu terstond,
Edom en de Ismaëlieten,
Moabs en ook Hagars geslachte,
De Gebalieten groot van machte,
Zijn U tegen met d' Ammonieten.
 
vers 5
Palestina, Amelek rijk,
En die van Tyrus al gelijk,
Bruiken haar verstand en haar krachten;
De Assyriërs hoog verheven,
Hulp en onderstand zij t' zaam geven
Den kind'ren Lots, die U verachten.
 
vers 6
Doe hen zo Gij deedt Midian,
Dat harer geen kome daarvan;
Zo Gij tot Kison aan de beken
Jabin en Sisera hoogmoedig
Versloegt; daar ook 't volk overvloedig
Als drek in Endor bleef versteken.
 
vers 7
Haren oversten Vorsten doet
Als Oreb en Zeëb onvroed,
Dat Zeba Tsalmuna geschiedde;
Die daar zeiden met hoogmoed prachtig,
Dat ze zouden 't huis Gods almachtig
Innemen tot haren gebiede.
 
vers 8
Maak z' ongestadig als een rad,
En als dat stof der aarde plat,
Omhoge van den wind gedreven;
Zo de vuurvlammen 't hout verbranden,
En de bergen maken te schanden,
Hoe hoog ook dat ze zijn verheven.
 
vers 9
Vervolg ze zo met groot tempeest,
Door onweder maak ze bevreesd,
Wil ze hier en daar met angst jagen;
Haar aangezichten wil beschamen,
Opdat ze met handen te zamen
In ootmoed naar U, o Heer, vragen.
 
vers 10
Laat ze beschaamd zijn en verbaasd,
Verschrik z' en breng z' om met der haast;
Dat zij mogen verstaan en gronden,
Dat Gij een Heere zijt allene,
De Allerhoogst' en anders gene
In de wereld kan zijn bevonden.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!

Geachte bezoeker: wij zijn op de Dag des Heeren gesloten en niet voor commentaar bereikbaar.

Wij hopen D.V. maandag vanaf 9:00. Uur weer van dienst te zijn.