PSALM 51

Psalm 51


Informatie en bladmuziek over Psalm 51

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


18 psalmbewerkingen 2 - Leen Schippers

18 psalmbewerkingen 2 - Leen Schippers

Schippers, Leen

18 psalmbewerkingen 2 van Leen SchippersInhoud:1. Hoe lief'lijk hoe vol heilgenot - Psalm 842. Juich..

€ 23,99

9 Psalmen voor orgel - Jan J. van den Berg

9 Psalmen voor orgel - Jan J. van den Berg

Berg, Jan J. van den

9 Psalmen voor orgel van Jan J. van den BergInhoud:Psalm 1Psalm 6Psalm 21Psalm 39Psalm 51Psalm 71Psa..

€ 14,45

Christelijke feestdagen psalmen en gezangen voor Piano, orgel of keyboard deel 2 - Ronald Masselink

Christelijke feestdagen psalmen en gezangen voor Piano, orgel of keyboard deel 2 - Ronald Masselink

Christelijke feestdagen Psalmen en enige gezangen in eenvoudige bewerkingen voor piano, orgel of key..

€ 11,50

Psalmen 051-075 - Gerrit Jan van de Werfhorst

Psalmen 051-075 - Gerrit Jan van de Werfhorst

Werfhorst, Gerrit Jan van de

Psalmen 51- 75 van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 51 – 75 ..

€ 16,95

150 psalmen deel 4 - Nico de Mes

150 psalmen deel 4 - Nico de Mes

Mes, Nico de

150 psalmen deel 4 van Nico de MesInhoud:Psalmen 46-60 ..

€ 14,45

Contrapuntische Psalmkoralen 04 - Wim van der Steen

Contrapuntische Psalmkoralen 04 - Wim van der Steen

Steen, Wim van der

Contrapuntische Psalmkoralen 04 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 46 t/m 60..

€ 11,95

Korte Koraalvoorspelen IV - Martien van der Zwan

Korte Koraalvoorspelen IV - Martien van der Zwan

Zwan, Martin van der

Korte Koraalvoorspelen IV van Martien van der ZwanInhoud: Psalm 12, 13, 31 (71), 49, 51 (69), 74 ..

€ 10,95

Psalmen in voorspelen en zettingen 4 - Jan van Westenbrugge

Psalmen in voorspelen en zettingen 4 - Jan van Westenbrugge

Westenbrugge, Jan van

Psalmen in voorspelen en zettingen 4 van Jan van WestenbruggeInhoud: Psalm  29Psalm  34Psa..

€ 15,95

Korte Koraalvoorspelen VI - Martien van der Zwan

Korte Koraalvoorspelen VI - Martien van der Zwan

Zwan, Martin van der

Korte Koraalvoorspelen VI van Martien van der ZwanInhoud: Psalm 8, 21, 22, 32, 36 (68), 38, 46 (8..

€ 11,95

Psalm 51-60 - Jan Slagt

Psalm 51-60 - Jan Slagt

Slagt, Jan

Psalm 51-60 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor org..

€ 21,99

Psalmbewerkingen voor orgel 6 - Margaretha Christina de Jong

Psalmbewerkingen voor orgel 6 - Margaretha Christina de Jong

Jong, Margaretha Christina de

Psalmbewerkingen voor orgel 6 van Margaretha Christina de Jong Inhoud: Psalm 51-60Opus 96..

€ 15,00

Korte Koraalvoorspelen VII - Martien van der Zwan

Korte Koraalvoorspelen VII - Martien van der Zwan

Zwan, Martin van der

Korte Koraalvoorspelen VII van Martien van der Zwan Inhoud: Psalm 8, 21, 22, 32, 36 (68), 38, 46 ..

€ 11,95

Weergeven 13 t/m 24 van in totaal 25

Psalm 51

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan. Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden.

2 Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.

3 Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij.

4 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, [en] rein zijt in Uw richten.

5 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.

6 Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.

7 Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.

8 Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, [die] Gij verbrijzeld hebt.

9 Verberg Uw aangezicht van mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden.

10 Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

11 Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.

12 Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij.

13 Zo zal ik den overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.

14 Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.

15 Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen.

16 Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.

17 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.

18 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op.

19 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar.

Psalm 51

Vers 1
Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed;
Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden;
Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden:
Uw goedheid wordt noch paal, noch perk gezet.
Ai, was mij wel van ongerechtigheid;
Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden;
Zie mijn berouw, hoor, hoe een boetling pleit,
En reinig mij van al mijn vuile zonden.

Vers 2
Want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad;
Mijn zonde zie 'k mij steeds voor ogen zweven.
'k Heb tegen U, ja U alleen, misdreven;
Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad,
Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog;
Dies ben ik, HEER, Uw gramschap dubbel waardig,
'k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog;
Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.

Vers 3
't Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf;
Neen, 'k ben in ongerechtigheid geboren;
Mijn zonde maakt mij 't voorwerp van Uw toren.
Reeds van het uur van mijn ontvang'nis af.
Zie, Gij hebt lust tot waarheid in 't gemoed;
Gij, HEER, Die weet, al wat ik heb misdreven,
Gij, die mijn geest met wijsheid hadt gevoed,
En in mijn ziel Uw Godd'lijk licht gegeven.

Vers 4
Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel,
Nu gans melaats, zal rein zijn en genezen.
Was mij geheel, zo zal ik witter wezen
Dan sneeuw, die vers op 't aardrijk nederviel.
Ai, geef mij weer gewenste zielevreugd;
Laat uit Uw mond mij stof tot blijdschap horen;
Zo wordt opnieuw 't verbrijzeld hart verheugd,
En in mijn geest de ware rust herboren.

Vers 5
Verberg Uw oog van mijn bedreven kwaad,
Waardoor mijn ziel gevoelt de diepste wonden;
Delg, delg toch uit mijn schuld en al mijn zonden,
En spreek mij vrij van mijne gruweldaad.
Herschep mijn hart, en reinig Gij, o HEER,
Die vuile bron van al mijn wanbedrijven;
Vernieuw in mij een vasten geest, en leer
Mij aan Uw dienst oprecht verbonden blijven.

Vers 6
Verwerp mij van Uw aangezicht toch niet;
Ai, laat van mij Uw Heil'gen Geest niet scheiden.
Die kan alleen op 't rechte spoor mij leiden;
Bestier mijn gang, daar Gij mijn zwakheid ziet.
Geef mijn gemoed, dat nu angstvallig vreest,
De blijdschap weer; doe op Uw heil mij hopen;
Laat mij, gesterkt door enen eed'len geest,
Volvaardig 't pad van Uw geboden lopen.

Vers 7
Dan zal ik elk, die't heilspoor bijster is,
Vrijmoedig al Uw rechte wegen leren;
De zondaar zal zich dan tot U bekeren,
En scheppen moed uit mijn behoudenis.
O God, Gij God mijns heils, vergeef mijn schuld,
Mijn bloedschuld toch, hoe billijk ook te doemen;
Dan zal mijn mond, met zangstof weer vervuld,
Uw heilig recht, gepaard met goedheid, roemen.

Vers 8
HEER, open Gij mijn lippen door Uw kracht,
Zo zal mijn mond Uw lof gestaag vermelden.
Geen offer kan voor mijne zonden gelden;
Behaagd' U dat, straks wierd het U geslacht.
Indien Gij lust in brandend' off'ren hadt,
Dan wierd het vuur door mij gewis ontstoken;
Ik spaarde dan noch zorg, noch vlijt, noch schat,
Maar zou 't altaar van offervee doen roken.

Vers 9
Gods offers zijn een gans verbroken geest,
Door schuldbesef getroffen en verslagen;
Dit offer kan Uw heilig oog behagen;
't Is nooit, o God, van U veracht geweest.
Doe Sion wel, laat om mijn zwaren val
Uw goedheid niet van zijne burg'ren wijken;
Bouw Salem op, laat nooit zijn muur en wal,
Door Uwe straf, voor 's vijands macht bezwijken.

Vers 10
Dan vindt Gij in onz' offeranden lust,
Waarmee wij U, naar't heilig recht, vereren;
Dan zal 't altaar de varren gans verteren;
Dan wordt het vuur daarop nooit uitgeblust.

Psalm 51

Vers 1
Ontferm U over mij, arme zondaar,
Heer, naar Uwe goedheid, niet om volprijzen;
Wil mij ditmaal Uw genade bewijzen,
En vergeef mij mijn zonden groot en zwaar.
Was mij, o God, maak mij zuiver en klaar
Van mijn lelijke stinkende misdaden,
Die mij voor U onrein maken voorwaar;
Reinig mij door 't water Uwer genade.

Vers 2
Want door veel klagen mijn hart mij verflauwt,
Als ik (och arm!) gevoel mijn grote zonden;
En dat meer is, voor mij staan t' elker stonde
Mijn zonden al; dies ik, Heer! ben benauwd.
Voor U en tegen U heb ik misdaan;
Dies blijft Gij rechtvaardig in Uwe wegen,
Als Gij mij straft en te gronde laat gaan,
En maakt beschaamd hen, die U spreken tegen.

Vers 3
Ik weet wel en moet bekennen voortaan,
Dat ik in ongerecht'heid ben geboren;
Ook staat mij dit tot allen tijd wel voren,
Dat mijn moeder in zond' mij heeft ontvaan.
Ik weet, dat Gij liefhebt en begeert zeer,
Een hart dat geheel oprecht is en goedig,
't Welk ik niet heb gehad; dien Gij, o Heer!
Uwe wijsheid openbaart overvloedig.

Vers 4
Gij zult mij met hysop, Heer, maken rein;
Zo zal ik geheel zuiver zijn bevonden;
Gij zult afwassen mijn smetten en zonden,
Zo word ik witter dan sneeuw in 't gemein.
Gij zult mij doen horen blijdschap en vreugd,
En mij van nieuws Uwe goedheid geprezen,
Bewijzen, Heer! dan zullen zeer verheugd,
Al mijn benen en al mijn krachten wezen.

Vers 5
Gij hebt lang genoeg gezien mijn misdaad,
Wilt toch Uw toornig gezicht daarvan wenden,
En vergeef mij (die nu ben vol ellenden)
Mijn boosheid al, en ook deez' zonde kwaad,
O God mijn Schepper, schep zonder verdrag
Een rein hart in mij en een nieuwe leven,
En, opdat ik U wel behagen mag,
Wil mij, o Heer! enen nieuwen geest geven.

Vers 6
Ik bid U, werp mij niet van Uw aanschijn,
En opdat ik besluite mijn begeren,
Uwen Heiligen Geest wil mij niet weren,
Als Hij in mij van U vernieuwd zal zijn.
Doe mij ook nu smaken de zekerheid
Mijner zaligheid Heer, door Uw genade;
Geef mij ook den geest der vrijmoedigheid,
Ende sterk mij daarmede vroeg en spade.

Vers 7
Dan zal ik gaan in Uw wegen bekwaam.
De bozen zal ik dien ook vlijtig leren:
Zodat ze hen tot U zullen bekeren,
En volgen mijn voetstappen al te zaam,
Wil mij, o God, Heer mijner zaligheid
Van deez' doodwaardige bloedschuld bevrijden;
Zo zal mijn mond Uwe gerechtigheid
En Uw goedheid zingen ende belijden.

Vers 8
O Heer! wil mij toch open doen den mond,
Anders kan ik niets goeds spreken waarachtig:
Maar als Gij, Heer, dien zult openen krachtig,
Zo zal ik Uwen lof schoon maken kond.
Waar 't dat Gij slachtofferen had begeerd
Der stieren en ossen of diergelijke,
Ik had ze geofferd; maar gans niet weerd
Is voor U zulk off'ren alzo 't mag blijken.

Vers 9
Een recht offer, dat de Heere neemt aan,
Is een gemoed, benauwd door angst en klagen;
Een need'rig hart en enen geest verslagen,
En zal God niet verachten, maar ontvaan.
O Heer! doe Sion wel naar Uw goedheid,
En Jeruzalem, die op U betrouwet;
't Welk is de stad, die Gij U hebt bereid,
Haar muren toch genadiglijk opbouwet.

Vers 10
Dan zullen onz' harten zijn zeer bekwaam,
Om te offeren naar Uw welbehagen;
Dan zullen de kalveren zijn geslagen,
Die U, Heer, zullen wezen aangenaam.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!