PSALM 146
Psalm 146
Informatie en bladmuziek over Psalm 146
Musica Selecta deel 10 - Feike Asma
Asma, Feike, Kooijmans, WybeMusica Selecta deel 10 van Feike AsmaNieuwe notaties bijeengebracht door Wybe KooijmansInhoud:1..
€ 14,99
Musica Selecta deel 12 - Feike Asma
Asma, Feike, Kooijmans, WybeMusica Selecta deel 12 van Feike AsmaNieuwe notaties bijeengebracht door Wybe KooijmansInhoud:P..
€ 14,99
Koraalbewerkingen 09 - Lenard Verkamman
Verkamman, LenardKoraalbewerkingen 09 van Lenard Verkamman Inhoud: Koraalbewerking Psalm 87Fantasie over Psalm 146Ve..
€ 8,95
150 psalmen deel 10 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 psalmen deel 10 van Nico de MesInhoud:Psalmen 136-150 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 10 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 10 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 136 t/m 150..
€ 11,95
Psalm 141-150 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 141-150 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor ..
€ 21,99
Psalm 146
1 Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE.
2 Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
3 Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
4 Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen.
5 Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
6 Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
7 Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los.
8 De HEERE opent [de] [ogen] der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
9 De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.
10 De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!
Psalm 146
Vers 1
Prijs den HEER met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof;
'k Zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
Vers 2
Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g' uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d' aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.
Vers 3
Zalig hij, die in dit leven
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in 't hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER, zijn God.
Vers 4
't Is de HEER, wiens alvermogen
't Groot heelal heeft voortgebracht;
Die genadig uit den hogen
Ziet, wie op Zijn bijstand wacht,
En aan elk, die Hem verbeidt,
Trouwe houdt in eeuwigheid.
Vers 5
't Is de HEER, die 't recht der armen,
Der verdrukten gelden doet;
Die, uit liefderijk erbarmen,
Hongerigen mild'lijk voedt;
Die gevang'nen vrijheid schenkt,
En aan hun ellende denkt.
Vers 6
't Is de HEER, wiens mededogen
Blinden schenkt het lieflijk licht;
Wie in 't stof lag neergebogen,
Wordt door Hem weer opgericht;
God, die lust in waarheid heeft,
Mint hem, die rechtvaardig leeft.
Vers 7
't Is de HEER, die vreemdelingen
Met een wakend oog beschouwt;
Weêuw en wees in twistgedingen
En in kommer staande houdt;
Maar Zijn arm, der vromen hoop,
Stuit de bozen in hun loop.
Vers 8
't Is de HEER van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
Van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer!
Prijs Zijn grootheid; loof den HEER.
Psalm 146
vers 1
Wel op, mijn ziel, wil nu prijzen
Den Heer; want mijn leven lang
Zal ik Hem ere bewijzen.
Ik wil met psalmengezang
Steeds loven God verheven,
Zolang als ik zal leven.
vers 2
Wil niet stellen uw betrouwen
Op prinsen groot ofte kleen;
Wil op den mense niet bouwen,
Want bij hem is hulpe geen.
Als zijn geest uitvaart gelijk,
Wordt hij weder aard' en slijk.
vers 3
Met hem vergaan zijn raden al,
En worden haast'lijk tot niet.
Wel hem, wien God t' allen tijd zal
Zijn hulp aanbieden met vliet;
Die tot God heeft zijn toevlucht
In nood en in kwaad gerucht.
vers 4
Hij is 't, die krachtig gemaakt heeft
Den hemel en 't aardrijk breed,
De zee en al wat daarin leeft,
En hem beweegt met bescheed.
Hij onderhoudt Zijn waarheid
Zeer vast in der eeuwigheid.
vers 5
Hij doet hun recht, die daar lijden
Overlast en groot geweld;
Hij geeft brood tot allen tijden
Hun, die den honger scherp kwelt;
Hij maakt los en vrij van pijn
Hen die vast gebonden zijn.
vers 6
't Gezichte geeft Hij hun allen,
Die daar ganselijk zijn blind
Die hard zijn nedergevallen,
Heft Hij op, en die bezint;
Hij heeft lief ende behoedt,
Die oprecht vroom zijn en goed.
vers 7
Met vlijt bewaart ook de Heere
De vreemden in lijden groot;
Desgelijks de wezen tere,
Behoedt God in angst en nood;
Weduwen Hij ook bewaart,
Dat haar geen leed wedervaart.
vers 8
Hij zal de wegen verderven
Der godd'lozen met der daad;
En zal Hem een rijk verwerven,
Dat eeuwiglijk vast bestaat.
Sion, uws Gods heerlijkheid
Wordt geloofd in eeuwigheid.