PSALM 103
Psalm 103
Informatie en bladmuziek over Psalm 103
Wij treden uwe poorten in - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van deWij treden uwe poorten in van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalm 24Psalm 27Psalm 102Psalm 45Psa..
€ 14,45
Houdt dan de lofzang gaande 3
Dijk, Cor van, Dorresteijn, Teus, ...Houdt dan de lofzang gaande 3 van diverse artiestenInhoud:Psalm 34 (Dick Slagman)Psalm 49 (Ate Galem..
€ 11,95
Koraalbewerkingen 2 - Marc de Leeuw
Leeuw, Marc deKoraalbewerkingen van Marc de Leeuw Inhoud:Psalm 32Psalm 103..
€ 11,95
Muziek voor orgel en trompet - Herman Drost
Drost, HermanMuziek voor orgel en trompet van Herman DrostPsalmen Inhoud:Psalm 8Psalm 24, 62, 95Psalm 25Psalm 42..
€ 20,99
Psalmen in voorspelen en zettingen 2 - Jan van Westenbrugge
Westenbrugge, Jan vanPsalmen in voorspelen en zettingen 2 van Jan van WestenbruggeInhoud: Psalm 85 Psalm 87Psalm 89Psal..
€ 15,45
Korte Koraalvoorspelen III - Martien van der Zwan
Korte Koraalvoorspelen III van Martien van der ZwanInhoud: Psalm 2, 7, 9, 17 (63,70), 19, 28 (109..
€ 10,95
Psalmbewerkingen voor orgel 04 - Gerrit 't Hart
Hart, Gerrit 'tPsalmbewerkingen voor orgel 04 van Gerrit 't HartInhoud:Psalm 15 IPsalm 15 IIPsalm 21Psalm 103 IPsal..
€ 9,95
Psalmen 101-125 - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van dePsalmen 101-125 - Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 101-125 ..
€ 16,95
150 Psalmen deel 7 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 Psalmen deel 7 van Nico de MesInhoud:Psalmen 91-105 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 07 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 07 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 91 t/m 105..
€ 11,95
Psalmbewerkingen voor orgel deel 07 Peter de Wilde
Wilde, Peter dePsalmbewerkingen voor orgel deel 7 van Peter de WildeInhoud: Psalm 9Psalm 87Psalm 103..
€ 11,95
Memento Mori - Cor van Dijk
Dijk, Cor vanMemento Mori van Cor van DijkInhoud:Inleiding en koraal psalm 90 : 6Trio en koraal psalm 102 : 15Me..
€ 10,95
Psalm 103
1 [Een] [psalm] [van] David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.
2 Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden;
3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest;
4 Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden;
5 Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends.
6 De HEERE doet gerechtigheid en gerichten al dengenen, die onderdrukt worden.
7 Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen Israels Zijn daden.
8 Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid.
9 Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk [den] [toorn] behouden.
10 Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.
11 Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.
12 Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons.
13 Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde, dat wij stof zijn.
15 De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
16 Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet [meer], en haar plaats kent haar niet meer.
17 Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen;
18 Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen.
19 De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles.
20 Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords.
21 Looft den HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet!
22 Looft den HEERE, al Zijn werken! aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof den HEERE, mijn ziel!
Psalm 103
Vers 1
Loof, loof den HEER, mijn ziel, met alle krachten;
Verhef Zijn naam, zo groot, zo heilig t' achten;
Och of nu al, wat in mij is, Hem preez'!
Loof, loof, mijn ziel, den Hoorder der gebeden;
Vergeet nooit één van Zijn weldadigheden;
Vergeet ze niet; 't is God, die z' u bewees.
Vers 2
Loof Hem, die u, al wat gij hebt misdreven,
Hoeveel het zij, genadig wil vergeven;
Uw krankheên kent en liefderijk geneest;
Die van 't verderf uw leven wil verschonen,
Met goedheid en barmhartigheên u kronen;
Die in den nood uw redder is geweest.
Vers 3
Loof Hem, die u vergunt uw zielsverlangen,
En 't goede tot verzading doet ontvangen;
Uw jeugd vernieuwt, gelijk eens arends jeugd.
De HEER doet recht, is heilig in Zijn richten;
Treft iemand druk, Hij wil den druk verlichten,
En hart en mond vervullen met Zijn vreugd.
Vers 4
Hij heeft voorheen aan Mozes Zijne wegen,
Aan Isrels zaad, tot hun behoud genegen,
Zijn daân getoond, en trouw'lijk hen geleid.
Barmhartig is de HEER en zeer genadig;
Schoon zwaar getergd, lankmoedig en weldadig;
De HEER is groot van goedertierenheid.
Vers 5
Hij zal Zijn volk niet eindeloos kastijden,
Noch eeuwiglijk Zijn gramschap ons doen lijden.
Hij is het, die ons Zijne vriendschap biedt.
Hij handelt nooit met ons naar onze zonden;
Hoe zwaar, hoe lang wij ook Zijn wetten schonden,
Hij straft ons, maar naar onze zonden niet.
Vers 6
Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen,
Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen,
De gunst, waarmee Hij hen wil gadeslaan;
Zo ver het west verwijderd is van 't oosten,
Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten,
Van ons de schuld en zonden weggedaan.
Vers 7
Geen vader sloeg met groter mededogen
Op teder kroost ooit zijn ontfermend' ogen,
Dan Isrels HEER op ieder, die Hem vreest;
Hij weet, wat van Zijn maaksel zij te wachten,
Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten,
En dat wij stof, van jongs af, zijn geweest.
Vers 8
Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
Gelijk een bloem, die op het veld verheven,
Wel sierlijk pronkt, maar kracht'loos is en teêr;
Wanneer de wind zich over 't land laat horen,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren;
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
Vers 9
Maar 's HEEREN gunst zal over die Hem vrezen,
In eeuwigheid altoos dezelfde wezen;
Zijn trouw rust zelfs op 't late nageslacht,
Dat zijn verbond niet trouweloos wil schenden,
Noch van Zijn wet afkerig d' oren wenden,
Maar die, naar eis van Gods verbond, betracht.
Vers 10
De HEER heeft Zich, als d' allerhoogste Koning,
Een troon gevest in Zijne hemelwoning;
Zijn koninkrijk heerst over 't wereldrond.
Looft, looft, den HEER, gij Zijne legermachten,
Gij eng'len, die Hem dient met heldenkrachten,
En vaardig past op 't woord van Zijnen mond.
Vers 11
Looft, looft, den HEER, gij Zijne legerscharen,
Wier lust het is, op Zijnen wenk te staren.
Dat hemel, aard', en zee, en berg, en dal,
Hoe ver men ook Zijn schepter ziet regeren,
Nu Zijnen naam en grote deugden eren;
En gij, mijn ziel, loof gij Hem bovenal.
Psalm 103
vers 1
Mijn ziele, wil den Heer met lofzang prijzen;
Al wat in mij is, moet Hem eer bewijzen,
En Zijnen heil'gen Naam loven met vliet.
Wil hem prijzen en roemen onbeladen;
O gij, mijn ziel, loof des Heeren weldaden,
Die gij ontvangen hebt; vergeet die niet.
vers 2
Loof Hem, Die door Zijn goedheid hoog verheven
De zonden al u gans'lijk heeft vergeven,
En u geneest van uw gebreken groot.
Prijs Hem, die u heeft vrijgekocht uw leven
Van den dood, dewelk' u zeer heeft doen beven,
Die u nu omringt met genade bloot.
vers 3
Die uwen mond vol maakt met goed en vreugde,
En u jong maakt en daartoe ook vol jeugde,
Alzo men den arend jong worden ziet.
Hij is de Heer, Die gedenkt t' allen tijden,
Genadelijk hen, die hier onrecht lijden,
Dat recht is te doen in al haar verdriet.
vers 4
Hij heeft Mozes (dat wij niet zouden dwalen)
Zijn wegen verklaard en willen verhalen;
Israël heeft Hij getoond Zijn doen al;
Hij is een Heer, barmhartig en zeer goedig,
Hij vergeeft haast en is tot toorn lankmoedig,
Volmaakt in goedheid, 't welk Hij blijven zal.
vers 5
Het is wel waar, dat als wij ongestadig
Hem vergrammen, zo straft Hij ons genadig;
Nochtans blijft Hij niet verstoord langen tijd.
Hij handelt met ons niet naar onze zonden,
Hij is vriend'lijk en straft tot genen stonden
Ons naar verdienst', maar scheldt ons alles kwijt.
vers 6
Zo hoog als de hemel staat van de aarde,
Zo groot is Zijn goedheid hun die aanvaarden
De heilige vreze Zijns woords voortaan.
Veel wijder dan 't oosten klaar is gestanden
Van den westen, zo heeft zonden en schanden
Onz' God van ons uit genade gedaan.
vers 7
Gelijk een vader hem pleegt te erbarmen
Over zijn kind, zo wil Hem God ontfarmen
Over hen, die Hem vrezen in 't gemein.
Wat de mense zij, dat bekent de Heere;
Hij weet ook wel dat wij, vol van onere,
Niets anders zijn dan stof en stank onrein.
vers 8
Als gras en hooi is hier des mensen leven,
Die heerlijk bloeit, zijnd' een wijle verheven,
Als een schone bloeme staand' op dat veld;
Maar als de wind eenmaal daarover drijvet,
Zij vergaat haast, zodat niet langer blijvet
Haar plaatse, daar ze voormaals was gesteld.
vers 9
Maar Gods barmhartigheid zal eeuwig duren
Hun, die Hem vrezen, en tot elker uren
Over kindskind blijft Zijn gerechtigheid;
Dien, die Zijn bond houden zonder afwijken,
Die Zijnen wille steeds doen desgelijken,
Uit 's harten grond met aller vlijtigheid.
vers 10
God heeft Zijnen stoel vastelijk bereidet
In den hemel, en Zijn rijk uitgebreidet,
Denwelken alles onderworpen is.
Dies looft Hem, gij engelen sterk in krachten,
Gij, die daar uitricht met vlijt en met machten,
Zijn bevel met haast en met vreugd' gewis.
vers 11
Looft den Heer, alle gij hemelse scharen,
En maakt Hem groot, gij Zijn trouwe dienaren,
Die Zijnen wille tot allen tijd doet;
Wilt al Zijn doen overal heerlijk loven;
En gij, mijn ziel, wil den Heer van hier boven
Altijd groot maken met hart en gemoed.