PSALM 56
Psalm 56
Informatie en bladmuziek over Psalm 56
Rondom de eredienst 05 - Lenard Verkamman
Verkamman, LenardRondom de eredienst 05 van Lenard Verkamman Inhoud: Intro, aria en koraal over Psalm 56 Bewerkin..
€ 8,95
Psalm 51-60 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 51-60 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor org..
€ 21,99
Psalmbewerkingen voor orgel 6 - Margaretha Christina de Jong
Jong, Margaretha Christina dePsalmbewerkingen voor orgel 6 van Margaretha Christina de Jong Inhoud: Psalm 51-60Opus 96..
€ 15,00
Psalmpreludes voor orgel 1 - Martien van der Zwan
Zwan, Martin van derPsalmpreludes voor orgel 1 van Martien van der Zwan Inhoud: Psalm 2, 6, 16, 22, 25, 26, 27, 28, 4..
€ 11,95
Musica Selecta deel 12 - Feike Asma
Asma, Feike, Kooijmans, WybeMusica Selecta deel 12 van Feike AsmaNieuwe notaties bijeengebracht door Wybe KooijmansInhoud:P..
€ 14,99
Koraalbewerkingen voor orgel 13 - Martin Mans
Mans, MartinKoraalbewerkingen voor orgel 13 van Martin MansInhoud: 1. Inleiding en koraal '' van U wil ik z..
€ 10,00
Kerk en huis deel 15 - Feike Asma
Asma, FeikeKerk en huis deel 15 - Feike AsmaInhoud:1. Psalm 43 vers 3 en 42. Psalm 56 vers 63. Psalm 72 vers 7..
€ 8,99
Psalm 56:4 - Pieter Heykoop
Heykoop, PieterPsalm 56:4 van Pieter HeykoopInhoud:Pastorale van Psalm 56:4 Gij weer o God hoe 'k zwerven moet..
€ 6,00
Psalm 56
1 Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, op Jonath Elem Rechokim; als de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath. Wees mij genadig, o God! want de mens zoekt mij op te slokken; den gansen dag dringt mij de bestrijder.
2 Mijn verspieders zoeken [mij] den gansen dag op te slokken; want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste!
3 Ten dage, [als] ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen.
4 In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude mij vlees doen?
5 Den gansen dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.
6 Zij rotten samen, zij versteken zich, zij passen op mijn hielen; als die op mijn ziel wachten.
7 Zouden zij om [hun] ongerechtigheid vrijgaan? Stort de volken neder in toorn, o God!
8 Gij hebt mijn omzwerven geteld; leg mijn tranen in uw fles; zijn zij niet in Uw register?
9 Dan zullen mijn vijanden achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, dat God met mij is.
10 In God zal ik het woord prijzen; in den HEERE zal ik het woord prijzen.
11 Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen?
12 O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden;
13 Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het licht der levenden?
Psalm 56
Vers 1
Gena, o God, bescherm mij door Uw hand;
Zie, hoe ik ben omringd aan allen kant;
Zie, hoe de mens zijn boze netten spant,
Om mij daarin te jagen.
Den gansen dag is 't oog op mij geslagen;
Zijn list legt mij op al mijn wegen lagen;
Zijn macht vergroot mijn ongeluk en plagen;
Ontroert mijn ingewand.
Vers 2
Maar word' ik ooit met bange vrees belaân,
Dan zal op U mijn vast betrouwen staan.
Ik prijs in God Zijn woord; ik steun voortaan
Op Hem; zou vlees mij deren?
Ik vrees hen niet, die mijne smart vermeêren;
Mij, dag op dag, door lastertaal onteren;
Mijn woorden in een valsen zin verkeren;
Arglistig mij verraân.
Vers 3
Zij rotten saâm, en houden bozen raad,
Terwijl mij elk in 't heim'lijk gadeslaat,
Mijn schreden volgt, en mij naar't leven staat,
Door ramp noch klacht bewogen.
Zoudt Gij, o God, nog met Uw heilig' ogen,
Hun boosheid zien, en straffeloos gedogen?
Neen; stort hen neer door Uw geducht vermogen;
Uw gramschap straff' hun kwaad.
Vers 4
Gij weet, o God, hoe 'k zwerven moet op aard';
Mijn tranen hebt G' in Uwe fles vergaard;
Is hun getal niet in Uw boek bewaard,
Niet op Uw rol geschreven?
Gewis, dan zal mijn wreev'le vijand beven,
En, als ik roep, straks rugwaarts zijn gedreven.
Dit weet ik vast: God zal mij nooit begeven;
Niets maakt mijn ziel vervaard.
Vers 5
Ik roem in God; ik prijs 't onfeilbaar woord;
Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord;
'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord;
Wat sterv'ling zou mij schenden?
Ik heb beloofd, wanneer G' in mijn ellenden
Mij bijstand boodt, en 't onheil af zoudt wenden,
Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden,
Door ijver aangespoord.
Vers 6
Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood;
Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot';
Gij zijt voor mij een schild in allen nood;
Gij hebt mijn smart verdreven;
Uw dierb're gunst is m' altoos bijgebleven;
'k Zal, voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven;
Zo word' door mij Zijn naam altoos verheven;
Zo word' Zijn lof vergroot
Psalm 56
Vers 1
Ontferm U mijns, die nu benauwd ben zeer;
Want ik ben schier half verslonden, ja meer,
Van den schalk die mij belegert, o Heer,
Die mij steeds wil bestrijden.
Mijn vijanden schenden mij met verblijden;
Veel zijn daar mij tegen aan alle zijden;
Maar als mij, Heer, vreze kwelt in mijn lijden,
Tot U zal ik dan gaan.
Vers 2
Ik zal God lofzangen zingen voortaan
Van Zijn beloft' en op Hem zal ik staan;
Zo kan mij niet doen vrezen noch verslaan,
Wat de mensen voorstellen.
Mijn woorden al verkeren deez' gezellen;
't Voornaamste daarvan, dat ze zamen rellen,
Is hoe zij mij plagen zullen en kwellen,
Met al haar sterkt' en kracht.
Vers 3
Zij rotten zaam met geweld onbedacht.
Zij loeren en bespieden dag en nacht
Mijn gangen, en zoeken in hare macht
Te hebben mijn ziel reine.
Op haar listigheid staat haar hoop alleine,
Zij menen daardoor t' ontkomen gemeine;
Maar Gij, Heere, door Uw straffe niet kleine,
Dezulken toch verslaat.
Vers 4
Gij hebt geteld mijn vluchten vroeg en spaad';
In een flesse mijn tranen Gij ontvaat;
Mijn lijden, mijn benauwdheid ende smaad,
Hebt Gij, Heer, opgeschreven.
Als ik U bidde, zo lopen en beven
Mijn vijanden, zijnde van U verdreven;
Dit's zeker, want door U, o God verheven,
Zal ik wezen bevrijd.
Vers 5
Gods beloften roem ik breed ende wijd,
Dies zal ik Hem loven, zijnde verblijd;
Want Hij zal mij geven, na dezen tijd.
Wat Hij belooft waarachtig.
Mijn hope staat op mijnen God almachtig;
Ik vreze geen listen der mensen krachtig
Maar ik heb Heer, mijn beloften eendrachtig,
U gedaan met ootmoed.
Vers 6
Dies zal ik betalen haast met der spoed
En U prijzen, zo Gij waard zijt, Heer goed;
Omdat Gij mij genadiglijk behoedt
Voor den val, zonder sterven.
Gij bewaart mij voor 't schandelijk verderven;
Dies wandel ik met dat volk Uwer erven
Voor U, ja met hen, die Gij laat verwerven
O Heer! Uw klaarheid zoet.