PSALM 101
Psalm 101
Informatie en bladmuziek over Psalm 101
Psalmen in voorspelen en zettingen 2 - Jan van Westenbrugge
Westenbrugge, Jan vanPsalmen in voorspelen en zettingen 2 van Jan van WestenbruggeInhoud: Psalm 85 Psalm 87Psalm 89Psal..
€ 15,45
Tot Uw dienst 2 - Roeland de Reuver
Reuver, Roeland deTot Uw dienst 2 van Roeland de ReuverEenvoudige bewerkingen over Psalmen en Gezangen voor piano Inh..
€ 14,95
Musica donum Dei 3 - Dick Sanderman
Sanderman, DickMusica donum Dei 3 van Dick Sanderman Inhoud: Psalm 86Psalm 93Psalm 101..
€ 14,95
Psalmbewerkingen voor orgel deel 04 Peter de Wilde
Wilde, Peter dePsalmbewerkingen voor orgel deel 4 van Peter de WildeInhoud:Meditatie Psalm 73 : 13 "Wien heb ik nev..
€ 9,95
Psalmen 101-125 - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van dePsalmen 101-125 - Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 101-125 ..
€ 16,95
Psalmen en Gezangen voor orgel 06 - Margaretha Christina de Jong
Jong, Margaretha Christina dePsalmen en Gezangen voor orgel 06 van Margaretha Christina de Jong Andächtige Musique Inhoud: Par..
€ 14,95
150 Psalmen deel 7 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 Psalmen deel 7 van Nico de MesInhoud:Psalmen 91-105 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 07 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 07 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 91 t/m 105..
€ 11,95
Psalm 101-110 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 101-110 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor ..
€ 21,99
Psalm 101
1 Een psalm van David. Ik zal van goedertierenheid en recht zingen; U zal ik psalmzingen, o HEERE!
2 Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten.
3 Ik zal geen Belialsstuk voor mijn ogen stellen; ik haat het doen der afvalligen, het zal mij niet aankleven.
4 Het verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen.
5 Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, die zal ik niet vermogen.
6 Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in het land, dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen.
7 Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
8 Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.
Psalm 101
Vers 1
'k Zal van de deugd der milde goedheid zingen,
Van 't heilig recht der strenge rechtsgedingen:
Een psalmgezang, o hooggeduchte HEER,
Uw naam ter eer.
Vers 2
'k Zal met verstand den weg betreên der vromen;
Wanneer zult Gij, mijn Bondgod, tot mij komen?
Ik zal doen zien in al mijn huisbeleid
D' oprechtigheid.
Vers 3
'k Zal met vermaak naar 't kwaad niet overhellen,
Geen godd'loos stuk mijzelf voor ogen stellen;
Ik haat het doen der schend'ren Uwer wet,
En schuw die smet.
Vers 4
't Verkeerde hart, in wien 't mij ook moog' blijken,
Zal uit mijn huis en van mijn omgang wijken;
Mijn gunst zal hen, die boze wegen gaan,
Nooit gadeslaan.
Vers 5
'k Zal over hem, die achterklapt, mij belgen;
Den lasteraar zijns vriends zal ik verdelgen;
Die, trots van hart, met nijdig' ogen ziet,
Verdraag ik niet.
Vers 6
Ik sla op die getrouw in 't land zijn d' ogen;
Ik zal in eer hen aan mijn zij' verhogen,
En doen hem, die in 't spoor der deugd zal treên,
Mijn dienst bekleên.
Vers 7
Maar elk, die snood, door listige bedrijven,
Zijn voordeel zoekt, zal in mijn huis niet blijven;
Geen leugenaar, die waarheid stout verbant,
Houdt bij mij stand.
Vers 8
Ik zal mijn wraak godd'lozen ieder' morgen
Gevoelen doen, en 't recht zijn klem bezorgen,
Om in de stad des HEEREN niet te voên,
Die 't kwade doen.
Psalm 101
vers 1
Van Gods goedheid en oordeel wil ik zingen;
Ik wil Hem schone lofpsalmen toebringen,
Daarmee dat ik God den Heer bovenal
Grootmaken zal.
vers 2
Ik wil wand'len met oprechten gemoede;
Wann' zal ik heersen met vreed' in voorspoede?
Dan wil ik mijn volk trouwelijk bijstaan
En voren gaan.
vers 3
Van de boosheid heb ik, Heer, een afgrijzen;
En die anders met der daad niet bewijzen
Dan ergheid, die zullen in dat huis mijn
Nimmermeer zijn.
vers 4
Ook de verkeerde mensen altemale
Moeten wijken uit mijn hof en mijn zale;
Hij zal van mij, die hem tot boosheid wendt,
Niet zijn gekend.
vers 5
Die met achterklap haren naasten schaden,
Die met grootsheid en hoogmoed is beladen,
Die zal ik zamen uitroeien met vliet,
En lijden niet.
vers 6
Mijn ogen zullen zien naar de oprechten,
Opdat zulken mogen wezen mijn knechten;
Mij zullen dienen, die vroom ende goed
Zijn van gemoed.
vers 7
Die tot bedrog en list hem wil begeven,
Die zal van mij in dienst niet zijn verheven;
De leugenspreker en zal ook bij mij,
Niet wezen vrij.
vers 8
Vroeg met ernst zal ik drijven uit den lande
De bozen all', en t' zaam brengen te schande;
Opdat Gods huis van boosheid groot en klein
Gans worde rein.