PSALM 81
Psalm 81
Informatie en bladmuziek over Psalm 81
Looft Hem in Zijn heiligdom 2 - Johan Meijvogel
Meijvogel, JohanLooft Hem in Zijn heiligdom 2 van Johan MeijvogelPsalmbewerkingen voor orgelInhoud:Psalm 81Psalm 86P..
€ 14,45
Meer Psalmbewerkingen - Regina Ederveen
Ederveen, ReginaMeer Psalmbewerkingen van Regina EderveenVoor Keltische harp, pedaalharp of pianoInhoud:Psalm 65/72P..
€ 9,95
O grote Christus, eeuwig Licht - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van deO grote Christus, eeuwig Licht van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalm 80Psalm 81Psalm 145De Avo..
€ 10,95
Psalm 81 - Marc de Leeuw
Leeuw, Marc dePsalm 81 van Marc de Leeuw Inhoud: Variaties over Psalm 81..
€ 10,95
Psalm- en Liedbewerkingen - Dick Sanderman
Sanderman, DickPsalm- en Liedbewerkingen van Dick SandermanInhoud:Psalm 140 (Tien Geboden)Psalm 141Psalm 81Ik bouw ..
€ 12,95
Psalmboek voor jonge kinderen - A.C. Jacobsen-Bosma
Engelen, Anita, Jacobsen, A.C.Psalmboek voor jonge kinderen van A.C. Jacobsen-BosmaDit boekje bevat een selectie van 25 psalmen di..
€ 9,95
Psalmen 4 - Chris Haalboom
Haalboom, Chr.Psalmen 4 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 76-100..
€ 9,95
Psalmen en geestelijke liederen 1 voor piano - Gerrit Koele
Koele, GerritPsalmen en geestelijke liederen 1 voor piano - Gerrit Koele methode voor beginnende pianistenPsal..
€ 13,95
Psalmen in voorspelen en zettingen 1 - Jan van Westenbrugge
Westenbrugge, Jan vanPsalmen in voorspelen en zettingen 1 van Jan van WestenbruggeInhoud:Psalm 1Psalm 6Psalm 8Psalm 19Psa..
€ 15,45
Psalmen voor eenklaviers orgel 2 - Jaap Niewenhuijse
Niewenhuijse, JaapPsalmen voor eenklaviers orgel 2 van Jaap NiewenhuijseInhoud: Psalm 32Psalm 38Psalm 81Psalm 85..
€ 13,95
Psalmen voor elke dag - Margriet van den Berg
Berg, Margriet van denPsalmen voor elke dag van Margriet van den BergKoraalvoorspelen voor:Psalm 10Psalm 38Psalm 81Psalm 1..
€ 10,95
Psalmen voor orgel 5 - Jan Vermeulen
Vermeulen, JanPsalmen voor orgel 5 van Jan VermeulenInhoud: Psalm 45Psalm 81Psalm 146..
€ 12,95
Psalm 81
1 Voor den opperzangmeester, op de Gittith, [een] [psalm] van Asaf. Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob.
2 Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit.
3 Blaast de bazuin in de nieuwe maan, ter bestemder tijd, op onzen feestdag.
4 Want dat is een inzetting in Israel, een recht van den God Jakobs.
5 Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; [alwaar] ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;
6 Ik heb zijn schouder van den last onttrokken; zijn handen zijn van de potten ontslagen.
7 In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela.
8 Mijn volk, [zeide] [Ik] hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet!
9 Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.
10 Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.
11 Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet gewild.
12 Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.
13 Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israel in Mijn wegen gewandeld had!
14 In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders.
15 Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn.
16 En Hij zou het gespijsd hebben met het vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met honig uit de rotsstenen.
Psalm 81
Vers 1
Zingt nu blij te moê
't Machtig Opperwezen
Enen lofzang toe;
Om ons heilgenot
Worde Jacobs God
Met gejuich geprezen.
Vers 2
Zingt een psalm, en geeft
Trommels aan de reien;
Wat in Isrel leeft,
Roep' Zijn grootheid uit;
Harp en zachte luit
Moet Zijn roem verbreien.
Vers 3
't Blij bazuingeschal
Klink' in Isrels oren,
Doe nu overal
Deze maar verstaan:
"'t Feest der nieuwe maan,
't Feestuur is geboren."
Vers 4
Want dit is 't bevel
Van den HEER der heren
Aan Zijn Israël;
Dit is 't hoog gebod,
't Recht van Jacobs God,
Dat wij billijk eren.
Vers 5
Dit doet Jozefs zaad
Aan Egypte denken,
En in welk een staat,
Waar 't een sprake vond,
Die het niet verstond,
God Zijn heil wou schenken.
Vers 6
"'k Heb hun hals bevrijd
Van den last te dragen;
't Was die blijde tijd,
Toen hun moede hand
Werd in 's vijands land
Van den pot ontslagen."
Vers 7
"Op uw noodgeschrei
Deed Ik grote wond'ren;
Onder Mijn gelei
Vondt gij hulp; Mijn woord
Werd van u gehoord
Uit de plaats der dond'ren."
Vers 8
"'k Nam te Meriba
Proef van uw vertrouwen,
Of g' op Mijn genâ,
In uw tegenheên,
Op Mijn naam alleen
En Mijn woord zoudt bouwen."
Vers 9
"Hoort Mij," zei Ik toen,
"Onder u betuigen,
Wat gij hebt te doen;
Och, dat Israël
Zich, op Mijn bevel,
Onder Mij wou buigen!"
Vers 10
"Eert geen uitlands God;
Wacht u voor uw zielen;
Wilt, naar Mijn gebod,
Mijnen naam ten hoon,
Voor geen valse goôn,
Voor geen vreemde, knielen."
Vers 11
"Ik, Ik ben de HEER;
'k Ben uw God, die heilig
IJver voor Mijn eer;
Die u door Mijn hand
Uit Egypteland
Leidde, vrij en veilig."
Vers 12
"Opent uwen mond;
Eist van Mij vrijmoedig,
Op mijn trouwverbond;
Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zo gij 't smeekt,
Mild en overvloedig."
Vers 13
"Maar Mijn volk wou niet
Naar Mijn stemme horen;
Israël verliet
Mij en Mijn geboôn;
't Heeft zich and're goôn,
Naar zijn lust, verkoren.
Vers 14
"'k Liet hen dies, veracht,
Naar 't hun goed dacht, hand'len;
'k Liet dit boos geslacht,
Naar de keuze viel
Van hun dwaze ziel,
In hun wegen wand'len."
Vers 15
"Och, had naar Mijn raad
Zich Mijn volk gedragen!
Och, had Isrels zaad
Op Mijn effen paân
IJv'rig willen gaan,
Naar Mijn welbehagen!"
Vers 16
"'k Had hun haters ras
En geheel verslonden;
Wie hun tegen was,
Had aan allen kant
Mijn geduchte hand
Zeker ondervonden."
Vers 17
"Haters van den HEER
Hadden Hem gegeven,
Schoon geveinsd, Zijn eer;
Ook zou Isrels tijd,
Van de smart bevrijd,
Eeuwig zijn gebleven."
Vers 18
"'k Had u dan tot spijs
Vette tarw' doen groeien,
En u, ten bewijs,
Hoe Ik u kon voên,
Honigbeken doen
Uit de rotsen vloeien."
Psalm 81
vers 1
Zingt den Heere blij,
Die ons sterkt' is krachtig;
Verheugt u ook vrij
In God, Israël;
Bewijst Hem met spel
Prijs en eer aandachtig.
vers 2
Zingt psalmen zeer goed,
En lieflijk om horen
De tamboeren zoet,
Harpen bekwame,
En psalters t' zame,
Wilt met vreugd oorboren.
vers 3
Op de nieuwe maan
Met bazuinen zinget,
En vrolijk voortaan
Der lovertenten
Jaarlijkse renten
Betaalt en volbringet.
vers 4
Dit 's in Israël
Een gebruik gewezen;
God en niemand el,
Dit bevolen heeft,
En tot teken geeft
Zijns bonds hoog geprezen.
vers 5
Zulks heeft Hij gedaan,
Als 't volk uit den lande
Egypte gegaan
Is, daar 't de talen
Hoorde verhalen,
Die 't niet heeft verstanden.
vers 6
Haar lasten aldaar
Heeft Hij weggenomen;
Van de potten zwaar,
Lastig om dragen,
Zijn ze ontslagen
En gans vrij gekomen.
vers 7
Gij riept mij daar aan,
En Ik, in uw lijden,
Heb u bijgestaan,
En verhoord in nood,
Als de donder groot
Mij dekte ter zijden.
vers 8
Ik proefd' u voorwaar
Aan 't twistwater klachtig,
En vond u daarnaar
Verhard van zinnen;
Doch Ik uit minnen
Sprak u aan eendrachtig:
vers 9
Mijn volk! Mij toch hoort,
Mijn bond zal Ik maken
Met u van nu voort;
Wil Mij toch horen,
Open uw oren,
En wil Mijn woord smaken.
vers 10
Maak u, Mijn volk vroed,
Generlei afgoden,
Genen dienst hen doet,
Wil ze niet eren,
Noch tot hen keren;
Want Ik heb 't verboden.
vers 11
Want Ik ben uw God
Eeuwig en almachtig;
Dit land tot uw lot
Gaf Ik u goedig
En trok u spoedig
Uit Egypte krachtig.
vers 12
Opent uwen mond
Zeer wijd onbeladen,
Ik zal hem terstond
Met goede spijze,
Naar Mijne wijze
Rijkelijk verzaden.
vers 13
't Volk, dat Ik verkoos
Is van 't woord geweken;
Verstokt is 't en boos:
Ik heb 't gebeden,
't Heeft toch mijn reden
Ganselijk versteken!
vers 14
Ik in toornigheid
Gaf 't over met allen,
Zijner verstoktheid,
Om zelf zijn zaken
Voortaan te maken
Naar zijn welgevallen.
vers 15
Och! of 't volk rebel
Mij gehoorzaam ware!
En dat Israël
Ware gebleven
Op den pad even
Vast in 't openbare.
vers 16
Ik zou haast verdaan
Hebben zijn vijanden;
Mijn hand, sterk in 't slaan,
Had boven maten,
Haast die hen haten,
Al gebracht te schanden.
vers 17
Zijn vijanden a
lZouden druk bedrijven
En komen ten val;
Dat ze al t' zamen
Zouden met blamen
Eeuwig verdrukt blijven.
vers 18
Tarw' in overvloed
Had Ik hun gegeven,
En met honing zoet,
't Welk vloeit uit stenen,
Gespijsd met enen
Had Ik z' al haar leven.